SV | Gij zult dan al die volken verteren, die de HEERE, uw God, u geven zal; uw oog zal hen niet verschonen, en gij zult hun goden niet dienen; want dat zoude u een strik zijn. |
WLC | וְאָכַלְתָּ֣ אֶת־כָּל־הָֽעַמִּ֗ים אֲשֶׁ֨ר יְהוָ֤ה אֱלֹהֶ֙יךָ֙ נֹתֵ֣ן לָ֔ךְ לֹא־תָחֹ֥ס עֵֽינְךָ֖ עֲלֵיהֶ֑ם וְלֹ֤א תַעֲבֹד֙ אֶת־אֱלֹ֣הֵיהֶ֔ם כִּֽי־מֹוקֵ֥שׁ ה֖וּא לָֽךְ׃ ס |
Trans. | wə’āḵalətā ’eṯ-kāl-hā‘ammîm ’ăšer JHWH ’ĕlōheyḵā nōṯēn lāḵə lō’-ṯāḥōs ‘ênəḵā ‘ălêhem wəlō’ ṯa‘ăḇōḏ ’eṯ-’ĕlōhêhem kî-mwōqēš hû’ lāḵə: |
Gij zult dan al die volken verteren, die de HEERE, uw God, u geven zal; uw oog zal hen niet verschonen, en gij zult hun goden niet dienen; want dat zoude u een strik zijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Gij zult dan al die volken verteren, die de HEERE, uw God, u geven zal; uw oog zal hen niet verschonen, en gij zult hun goden niet dienen; want dat zoude u een strik zijn.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!